Duinen op Schiermonnikoog
Invloed van kalk
Er zit zoveel kalk in de duinen omdat de aanvoer van kalk op Schiermonnikoog groot is. Op plaatsen met veel kalk groeit Pyrola, op het eiland meiklokje genoemd en in de rest van Nederland wintergroen. Maar er groeit ook driekleurig viooltje, hondsviooltje, rozenkransje en tormentil. Vooral in de duinvalleien komen op Schiermonnikoog bijzondere plantensoorten voor: knopbies, moeraswespenorchis, groenknolorchis, slanke gentiaan, grote muggenorchis en bonte paardenstaart. Tot 1900 waren de duinen vrij kaal. In die tijd groeiden er veel zeldzame planten. In de tweede helft van de 20e eeuw kregen struiken en bomen de overhand. Dit kwam door minder verstuiving, minder begrazing, lagere grondwaterstand en zure regen. De blauwe kiekendief heeft zich in de zeventiger jaren van de vorige eeuw sterk uitgebreid. Sinds 1986 zie je ook steeds vaker een bruine kiekendief jagen.
De oudste duinen op Schiermonnikoog liggen ten noorden van het dorp en de polder. Deze zijn ontstaan tussen 1400 en 1850. Na 1850 zijn er in het oosten veel nieuwe duinen ontstaan, zoals de Kobbeduinen en het Willemsduin. Tussen oude en nieuwe duinen is een verschil. In de nieuwere duinen zit meer kalk dan in de oude. In het noordwesten vind je de hoogste en breedste duinen. Naar het oosten worden ze lager en smaller. De stuifdijk langs het strand is door mensen aangelegd. Op Schiermonnikoog zijn ook enkele langgerekte duinvalleien, de zogenaamde gloppen of glappen.
Kooiduinen, Kobbeduinen en Willemsduin
De Kooiduinen zijn zo'n 300 jaar oud. De Kooiduinen zijn onderdeel van de dijkring, de ring op deltahoogte van dijk en duinen, om het dorp en de polder heen. In 1963 zijn de Kooiduinen daarom opgehoogd. Het zand kwam uit wat nu de Berkenplas en de Kooiplas zijn. In 1992 zijn de Kooiduinen weer opgehoogd. Men haalde het zand weg ten noorden van de Kooiduinen. Daar ligt nu de Binnenkwelderplas. De Kooiduinen zijn begroeid met kruipwilg, vlier, berk en meidoorn.
De Kobbeduinen ontstonden in de eerste helft van de 19e eeuw. Het woord Kobbe is een verbastering van Kove wat meeuw betekent. In de duinvalleien van de Kobbeduinen groeien door de beschutte ligging hoge planten. Vlier, duindoorn en wilgenroosje geven het gebied het hele jaar door een kleurig aanzien. Op lage plekken waar de zee niet kan komen staat veel parnassia. Omdat veel geultjes die vroeger water afvoerden zijn dichtgegroeid, zijn delen van de Kobbeduinen drassig geworden. Daar komen vleeskleurige orchis, groenknolorchis en slanke duingentiaan voor.
Het Willemsduin is de meest oostelijk gelegen duingroep van Schiermonnikoog. Voor de aanleg van de stuifdijk werd het Willemsduin elk jaar groter. Na de aanleg werd het duin langzaam kleiner. Het is een bekend punt voor wandelaars en wadlopers. Bij het duin staat een baken voor zeelui en wandelaars.
Noorderduinen
schier-12-duinen.jpg
In dit deel van de duinen zijn de dennenbossen aangelegd. De dennen zijn geplant in het begin van de 20e eeuw. De duinen zijn hier ook het hoogst. Dit komt omdat hier de zandaanvoer het grootst was. Het zand werd vastgehouden door planten, struiken en bomen.
In de vochtige duinkommen komen moeraswespenorchis en addertong voor. Tussen de kruipwilgen zijn maanvaren, klein wintergroen en rond wintergroen te vinden. Nog zeldzamer soorten zijn grote keverorchis, stippelzegge en adderwortel. In enkele valleien vlak bij de zee, die veel kalk hebben en tot het grondwater zijn uitgestoven, komen muggenorchis, vleeskleurige orchis, rietorchis en parnassia voor.
Voor en na 1945
De noorderduinen zijn nu bijna overal begroeid. Dat was vroeger heel anders. Van nature stuiven duinen al. Maar tot 1900 werden de noorderduinen gebruikt voor landbouw. In de vlakke delen vlak bij het dorp, zoals de Hertenbosvallei, de Kapeglop en de Seeglop, verbouwde men aardappelen en groente. In andere delen liet men vee rondlopen en werd hooi en helm geoogst. En er waren veel konijnen. Zo ontstond een kaal duinlandschap waar de wind vat op kreeg. Die blies veel zand tot in het dorp. Men ging er wat aan doen. In 1912 werden er dennen geplant. Het weiden van vee en het hooien in de duinen werd verboden. Als er helm gemaaid was moest er nieuwe helm geplant worden. En het had succes. De kale duinen raakten in zo'n vijftig jaar helemaal begroeid.
Na de oorlog, in 1945, kwamen er meer grote struiken en kleine bomen en minder zeldzame planten. Daarom mogen sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw enkele duinen weer stuiven.
Men hoopte dat daar meer soorten planten en kleine struiken gingen groeien en dat er dan ook meer soorten insecten en vogels zouden komen. Dit is gelukt. Het zand dat er nu stuift is geen bedreiging voor het dorp. Bij de duinen in het oosten ging men gewoon door met het aanplanten van helm en het neerleggen van takken om verstuiving tegen te gaan. Bij de instelling van het Nationaal Park in 1989 heeft men besloten op nog enkele plaatsen de duinen te laten stuiven.
Oude duinen
De oudste duinen van Schiermonnikoog liggen direct aan de noordkant van het dorp. Het dorp is er voor een deel op gebouwd, langs de Noorderstreek. Deze duinen stammen uit 1500.
In deze oude duinen heeft het regenwater in de loop van de eeuwen de kalk uit het zand van die duinen gespoeld. Planten die van kalk houden, zoals duindoorn, zijn verdwenen. Er groeien bijna alleen mossen, korstmossen, kort gras, en aan de noordzijde van de oude duinen eikvaren. Langs kale plekken komen duinreigersbek en muurpeper voor.
Duinen rond de Westerplas
De duinen rond de Westerplas zijn door de mensen aangelegd. De zee spoelde hier altijd veel grond weg. Daarom ging de mens kunstmatige duinen aanleggen. Vanaf het fietspad door deze duinen heb je een mooi uitzicht op de Westerplas.
De duinen langs de westkant van de Westerplas zijn maar een smalle reep. Tussen 1500 en 1800 verdwenen de oude Westerduinen in zee. Vanuit de zuidwestkant kwam daar dan nog eens de geul de Noorman bij. Na 1800 werd de zee wat rustiger en er kwamen minder stormen voor. De geul De Noorman verzandde rond 1850. Om deze zwakke plek op het eiland te versterken begon men met de aanleg van stuifdijken, zoals het Koffiedijkje.
In de 19e eeuw ontstond langzaam de zandplaat het Rif. Deze groeide vast aan het eiland en is er nu nog steeds. Wat zeker ook mee heeft geholpen is de afsluiting van de Lauwerszee in 1969. Hierdoor stroomt er minder water tussen Ameland en Schiermonnikoog. De duinen en het strand rond de Westerplas zijn nu enkele honderden meters breed en kunnen goed tegen storm.
Duinvalleien (gloppen)
De Hertenbosvallei in het westen van de Noorderduinen is helemaal begroeid. Vroeger graasden er koeien en schapen, begeleid door een herder. Dit is nog te zien aan de oude drinkwaterputten die nu dichtgegroeid zijn. Het grazen zorgde voor verstuiving. Daarom werd de landbouw verboden en raakte de vallei begroeid. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw is een deel van de struiken weggehaald. Er wordt nu gemaaid. Sinds 1962 was een deel van de vallei in gebruik voor grondwaterwinning. Dat is later naar de Westerplas verhuisd.
Het Kapenglop was in de 16e eeuw een strandvlakte die door duinvorming van de Noordzee afgesneden werd. De vallei heet Kapenglop omdat er vroeger twee houten kapen, een soort voorlopers van de vuurtoren, hebben gestaan. In de vallei werd tot 1959 vee geweid. Dat is nog te zien aan een paar oude drinkputten. Rond het huisje was vroeger ook akkerbouw. Wanneer er veel regen is gevallen staat de vallei wel eens onder water. In het gebied komen knopbies, orchideeën, gentianen, duinkamgras, duinblauwgras, oeverkruid en waterdrieblad voor. De laatste jaren zie je deze planten steeds minder en groeien er meer struiken en kleine bomen. Dit komt door verdroging en verstoring van kwelwaterstromen. Door dit alles zijn hier ook vogels verdwenen, zoals kievit, grutto, tureluur en watersnip. Aan de noordzijde van de Kapenglop liggen een paar stuivende duinen.
De Vuurtorenvallei is een secundaire duinvallei. Dat is een vallei die niet is ontstaan door afsnoering van een strand van de zee, maar door uitstuiving van zand door de wind. De vallei is kwetsbaar en daarom afgesloten voor publiek. Er wordt gemaaid zodat er veel waardevolle plantensoorten blijven voorkomen. Hier staan rond wintergroen, wondklaver, stofzaad, grote muggenorchis en bonte paardenstaart.