Walvissen algemeen
Verspreiding in de Noordzee
Omdat walvisachtigen meestal dieper onder water zwemmen, zijn ze moeilijk te zien. Grote walvissen zijn zeldzaam in de Noordzee. Alleen de de kleinste baleinwalvis, de dwergvinvis, wordt in de noordelijke helft van de Noordzee regelmatig gezien. De laatste jaren zwemmen ook regelmatig bultruggen voor de Nederlandse kust. Deze dieren zijn gewend om in ondiep kustwater te zwemmen en komen waarschijnlijk af op grote hoeveelheden vis in het kustwater. Als een potvis of een andere grote walvissoort in de ondiepe zuidelijke Noordzee terecht komt gaat het om dwaalgasten; dieren die om onbekende redenen uit hun natuurlijke omgeving zijn weggezwommen. Vaak loopt het slecht met ze af en spoelen ze ergens aan. Als gevolg van klimaatveranderingen veranderen de stromingen in de oceanen. Het is niet uitgesloten dat daardoor meer en andere walvisachtigen in de Noordzee terecht komen.
mdb-potvis-20.jpg
Opvang van walvisachtigen
Levend aangespoelde grote walvissen zijn meestal niet te redden. Ze zijn veel te groot en te zwaar, en zakken door hun eigen gewicht in elkaar. Als ze kort na het aanspoelen door het opkomende water weer vlot komen, kunnen specialisten proberen om ze naar veilig, dieper water te geleiden. Bruinvissen en dolfijnen zijn een stuk handzamer, maar ook deze dieren zijn moeilijk op te vangen. De Stichting SOS Dolfijn is daarin gespecialiseerd.
Bijzondere walvisachtigen langs de Nederlandse kust
Naast de hierboven genoemde soorten verschijnen er af en toe zeldzame walvissen langs de Nederlandse kust. Dicht langs de kust in de Noordzee zijn botten gevonden van de grijze walvis en de noordkaper. Deze botten bewijzen dat deze soorten hier misschien tot in de Middeleeuwen voorkwamen. Af en toe duikt een verdwaalde beloega uit het hoge noorden op. In 1966 zwom er een de Rijn op. In 1980-1981 en in 1984 werd er één gezien in de Schelde- en de Eemsmond. Beloega’s zijn bewoners van riviermondingen uit het noordpool-gebied. Het is dus niet vreemd dat ze in rivieren gevonden zijn. In 1912 vond een narwal zijn einde in de Zuiderzee. Ook deze was verdwaald vanuit het hoge noorden. De blauwe vinvis, de dwergpotvis en het koppel zwarte zwaardwalvissen, die ooit strandden aan de Nederlandse kust, kwamen uit de Atlantische Oceaan.