Gevlochten fuikhoren
Verspreiding en habitat
Deze inheemse slak leeft op slijkige en zandige bodems, van aan de laagwaterlijn tot op ongeveer 50 meter diepte. Het is een algemene soort doorheen Europa, van Noorwegen tot de Canarische Eilanden, ook in de Middellandse en Zwarte Zee.
In de tweede helft van de 20ste eeuw is de soort bij ons tijdelijk afwezig geweest. Hij bleek – net als o.a. de purperslak – zeer gevoelig te zijn aan organotinverbindingen, de actieve stof in aangroeiwerende scheepsverven. Na een verbod op het gebruik van deze stoffen, is de gevlochten fuikhoren terug kunnen komen.
Levende exemplaren worden ondertussen aan de Nederlandse en Belgische kust weer vrij algemeen gevonden. Vanaf 1999 is de soort weer aangetroffen in België en begon ze aan een opmars noordwaarts. Sinds 2010 is de gevlochten fuikhoren ook weer terug in de Waddenzee .
strandvondsten-39-Gevlochten-fuikhoren_S.png
Herkenning
De schelp van de gevlochten fuikhoren heeft een spitse top en een patroon van knobbelige tralies, doordat er zowel verticale als horizontale ribben opzitten. Deze slak wordt zo’n 3.5cm groot, is meestal bruinachtig of grijswit van kleur, en is vaak te vinden tussen aangespoelde schelpen en slakjes.
Door het duidelijk ruitvormig patroon is de gevlochten fuikhoren makkelijk te herkennen. De enige soort die er een beetje op lijkt, is de grofgeribde fuikhoren. Maar die vind je veel minder aan de Noordzeekusten; en enkel op beschutte plaatsen in de Zeeuwse Delta. De grofgeribde fuikhoren heeft duidelijk minder verticale bolle ribben in de laatste winding: een 11-19 tal in vergelijking met de 16-23 verticale ribben op de laatste winding bij gevlochten fuikhoren.
Vaak vind je in het aanspoelsel ook huisjes van gevlochten fuikhorens die niet helemaal voldoen aan de algemene beschrijving. Het gaat hier dan om andere soorten uit een ver verleden, fossielen dus.
Een echte speurneus
Dat de gevlochten fuikhoren erg goed kan ruiken is niet overdreven. Hij kan dode of gewonde dieren detecteren vanop wel dertig meter. Een klein stukje vis in het water is genoeg om binnen de kortste keren tientallen fuikhorens te lokken. Je vraagt je af waar ze allemaal vandaan komen! Dit is omdat fuikhorens graag beschut leven, ingegraven in het zand, en ook tussen en onder stenen. Zo proberen ze verschillende soorten zeesterren te vermijden, waarvan fuikhorens het favoriete kostje zijn.
strandvondsten-40-Gevlochten-fuikhoren-levend-S.png
Eitjes
De eitjes worden afgezet in geelbruine, afgeplatte capsules op harde ondergronden. Je vindt vaak enkele tientallen van deze eikapsels bijeen op stenen of schelpen. In elke capsule zitten een 250-tal kleine eitjes bijeen. Ze groeien na 1 à 2 maanden uit tot larven die een tijdje in het water ronddolen voor ze een schelpje krijgen en op de bodem gaan leven.
fitis-fuikhoren-eikapsels-1-sd.jpg
Met bewoners
Soms wordt de lege schelp bewoond door een heremietkreeft, een klein kreeftje met een naakt achterlijf. Je moet er eens op letten, maar bij een door een heremietkreeft bewoonde fuikhoren is de schelp vaak begroeid met zeepokken en ruwe zeerasp, of met een korstje van mosdiertjes (van de soort grijze zeevinger).