Platte oester
Verspreiding en habitat
De platte oester komt voor op harde ondergronden vanaf de laagwaterlijn tot in tientallen meter diep water. Regelmatig vindt men ook exemplaren op honderden meters diepte. Platte oesters komen ook voor in riviermondingen. Ze kunnen brak water verdragen.
Ze leven vastgehecht aan rotsen, losse stenen of grote schelpen op zand- en modderbodems. Jonge oesters hechten zich vast op hun ideale plekje met een zelf geproduceerde, snel hard wordende cement. Eenmaal vastgehecht blijven ze voor hun verdere leven ter plekke. Platte oesters leven meestal op hun eentje, maar zijn soms ook in grote klompen of bedden samengegroeid.
Platte oesters komen nog in het wild voor van Noorwegen tot Marokko, en in een deel van de Middellandse en Zwarte Zee. In de Belgische en Nederlandse wateren is de inheemse oester zo goed als uitgestorven door overbevissing, ziektes en concurrentie met de Japanse oester. Toch werd er in 2015 voor de Nederlandse kust opnieuw een kleine bank van platte oester gevonden.
16529_olsen-1883-kaart-50-oyster_Wetenschatten.png
Herkenning
De platte oester is maximaal 15 tot 18 centimeter groot, maar dieren met een diameter van meer dan 11 cm zijn uitzonderlijk. Ze hebben een rond-ovale omtrek, met een linker bolle en een rechter platte schelp. De platte rechterschelp bestaat uit broze, schilferige laagjes die gemakkelijk afbladderen. De linkerschelp is wat boller.
Schelpen van recent gestorven platte oester kom je aan de Nederlandse en Belgische stranden zo goed als zeker niet meer tegen. Wel spoelen er nog oude en fossiele kleppen aan van oesters die leefden in een niet zo ver of verder verleden. Die zijn bijna altijd bruin of diepgrijs verkleurd, sterk afgesleten en hebben vaak gaatjes die gemaakt zijn door de boorspons.
Platte oesters hebben een variable vorm, maar meestal zijn ze rond, peer- of hoefijzervormig. De vaker voorkomende Japanse oester is over het algemeen langwerpig van vorm en heeft meer grillige randen met grove, scherpe plooien. De bolle linkerschelp is bij de platte oester een stukje minder diep dan bij de Japanse oester. De binnenkant van de schelpen - inclusief de spierafdruk - is witgekleurd.
Strandvondsten_22-Platte-oester-platte-klep_Misjel-Decleer_S.jpg
Van mannelijk naar vrouwelijk en omgekeerd
Platte oesters beginnen hun leven als man en zijn na 1 à 2 jaar in staat om zich voort te planten. In hun derde levensjaar wisselen ze van geslacht, later in hun leven worden ze weer mannelijk. Dit fenomeen noemen biologen 'protandrisch hermafrodiet'. De sekse-wissel wordt onder meer in gang gezet door de watertemperatuur.
Voortplanting
Afhankelijk van de grootte brengen vrouwelijke platte oesters 1 tot 3 miljoen eieren voort. De eitjes worden bevrucht en blijven daarna voor een tiental dagen binnen in de schelp van de moeder. Voor de voortplanting is de temperatuur van het zeewater van groot belang. De larven verblijven een aantal weken in het water (dierlijk plankton), totdat ze een schelpje beginnen te ontwikkelen. Dan zakken ze naar de bodem en hechten ze zich aan iets hard, zoals een steentje of een schelp. Als ze eenmaal vastzitten beginnen ze te groeien en worden ze een 'echte' oester.
De leeftijd van platte oesters valt gemakkelijk af te lezen aan hun groeiringen: precies zoals bomen hebben ze voor iedere verjaardag een ring. Hoe breder de ruimte tussen de ringen, hoe groter de groei in dat jaar is geweest. Oesters groeien vrij langzaam, maar het schiet het beste op onder warme temperaturen. Platte oesters zijn langlevend en kunnen tot 30 jaar oud worden als je ze laat doen. Platte oesters komen in de winkel als vijf- tot zesjarig dier.
Een ziekelijk weekdier
Oestertelers hebben vaak te kampen met ziektes onder platte oesters. Tot en met 1995 waren grote sterftes altijd het gevolg van de eencellige parasiet Bonamia ostreae. Deze ziekte stak in het begin van de jaren tachtig de kop op in de oesterbestanden in de Oosterschelde en vernietigde later ook de meeste oesters in de Grevelingen. De ziekte werd waarschijnlijk mee geïmporteerd met oesters uit Bretagne, die op hun beurt weer besmet raakten door importen uit Californië. In 1996 brak een andere ziekte uit, waardoor nog meer platte oesters verloren gingen. Dit keer was een bloei van de gifalg Hexabita de waarschijnlijke trigger van de zieke toestand. Dit soort ziektes zijn niet alleen schadelijk voor de oesters op de kweekbedden. Ook wilde platte oesters krijgen het dan ook sterk te verduren.
Eten en gegeten worden
Ook in de tijd van de Romeinen werden platte oesters uit België en Nederland zeer gewaardeerd. Zelfs toen waren ze al duur, en dus kwamen ze alleen op tafel bij de gegoede families. Het was toen niet zozeer de schaarste die de prijs opdreef, wat nu wel het geval is bij de platte oester. Ze waren toen vooral duur omdat er veel tijd en energie stak in het vers houden tijdens het vervoer. Dit was in de Romeinse tijd niet vanzelfsprekend. Archeologen denken dat de Romeinen dit deden door de oesters in zeewier te wikkelen, of door ze te vervoeren in kruiken met zeewater.
Niet alleen de mens lust graag een oestertje: de platte oester valt ook ten prooi aan zeesterren, scholeksters en boorsponzen. Het mag dan wel zo zijn dat platte oesters langer dan 30 jaar kunnen leven. Bij de meesten lukt dit niet: als ze al niet voor consumptie zijn geoogst, zijn ze mogelijk al door toedoen van vogels, zeesterren of boorsponzen gesneuveld.