U bent hier
Roggen
Roggen zijn, net als haaien, kraakbeenvissen. Hun hele skelet bestaat uit kraakbeen in plaats van uit bot. Alle roggen hebben een plat lichaam. De roggen die in de Noordzee leven liggen het grootste deel van de tijd stil op de bodem. Als ze zwemmen lijken hun zijvinnen op vleugels waarmee ze door het water 'vliegen'. In de Noordzee komen zo'n 10 verschillende soorten roggen voor. Kleine soorten, zoals de gevlekte rog, de stekelrog en de sterrog, kom je hier het vaakst tegen. De grootste soort rog uit de Noordzee, de vleet, is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw steeds zeldzamer geworden. Een andere zeldzaamheid voor de Noordzee is de pijlstaartrog.Er is veel veranderd in de aantallen en de verspreiding van roggen in de Nederlandse getijdenwateren en de Noordzee. De stekelrog en de pijlstaartrog werden vroeger veel gevangen in de Waddenzee, deltawateren en het kustwater maar zijn daar nu veel zeldzamer. Ook in de zuidelijke Noordzee kwamen deze soorten voor, naast vleten en gladde roggen. De vleet is daar nu vrijwel verdwenen en de andere soorten worden veel minder gevangen. De sterrog is de soort die zich het best weet te handhaven. Van deze soort is niet bekend of hij in vroeger jaren ook veel voorkwam in de Nederlandse kustwateren. In 2009 is er door de Europese Commissie een Europees actieplan voor kraakbeenvissen gemaakt. In dit actieplan staan ideeën voor een betere bescherming en meer onderzoek naar de meest kwetsbare roggen- en haaiensoorten.