Virussen bestaan uit een kleine hoeveelheid erfelijk materiaal omgeven door een wand. Een virus heeft levende gastheercellen nodig om zich te vermenigvuldigen. Volgens sommigen zijn virussen daarom geen levende wezens. In zee is hun aanwezigheid wel van groot ecologisch belang. In zeewater zitten gemiddeld 1 tot 10 miljard virussen per liter. Ze spelen onder meer een rol bij de afbraak van de algen die leiden tot het schuim van de zee. Er zijn ook virussen die ziektes veroorzaken. Enkele bekende virusziekten zijn MKZ (mond- en klauwzeer) bij runderen, vogelgriep, myxomatose en VHS bij konijnen en PDV bij zeehonden. Ook onze gewone griep is een virusziekte.